Skip to main content

Cursusinhoud

  • PhysioNovo verklaart de oorzaken van cervicale, thoracale en lumbale rugpijn vanuit een wetenschappelijk onderbouwdmotorisch perspectief en betrekt daarbij ook de motorische functies van de heup- en schoudergewrichten.
     
  • Het betreft een actuele theoretische en wetenschappelijke heroriëntatie van het theoretisch kader als achtergrond voor de verklaring van aspecifieke rugpijn en biedt zuiver wetenschappelijke kennis over 
    o de biomechanische eigenschappen van de WS - de dubbele S-vorm - de afzonderlijke
       segmenten; 
    o de (patho)fysiologie van de heup- en schoudergewrichten;
    o de (patho)fysiologie van het perifere zenuwweefsel;
    o de articulaire neurologie - arthromyogene controle;
    o de klinische en radiologische diagnostiek;
    o de regionale interdependentie tussen de motoriek van armen, benen en wervelkolom
       (shoulder-spine en hip-spine-syndrome);
    o de rompmotoriek - houdingsscholing als complex motorisch leerproces - typische
       paradoxale motoriek van de buikspieren in relatie tot de motoriek van de heup-,
       bekkenbodem- en schoudergewrichten; 
    o het principe en de betekenis van een krachtpaar op articulair-motorisch en functioneel
       niveau - de methodische toepassing ervan in sport, revalidatie en preventie.
    o een correcte loop-, ren- en springtechniek en het belang daarvan voor de juiste
       belasting van de sacroiliacale, lumbosacrale en onderste lumbale wervelgewrichten.
     
  • Op basis van de geboden inzichten in de wetenschappelijk verantwoorde (patho-)fysiologie van de weefsels van het bewegingsapparaat geeft PhysioNovo antwoorden:
    o Hoe onderscheid ik radiculaire van articulaire symptomen? 
    o Hoe herken ik sensorische en motorische symptomen van (ook milde) disfuncties van
       het schouder- en heupgewricht en hun gevolgen voor de wervelkolom?
    o Hoe manifesteren zich disfuncties en pathologieën van het perifere zenuwstelsel en het
       fasciale systeem?
    o Hoe kunnen disfuncties van het schoudergewricht tot nek- en thoracale rugpijn   
       leiden? 
    o Hoe houdt scapuladyskinesie verband met disfuncties van de wervelkolom en het
       schoudergewricht? 
    o Welke invloed hebben disfuncties van het heupgewricht op de pijngevoeligheid van de
       sacroiliacale en lumbosacrale gewrichten?
    o Hoe is de functie van het heupgewricht gerelateerd aan bekkenkinesie en aan de       
       motoriek van de lumbosacrale wervelkolom?
    o Wat is de relatie tussen de functie van het heupgewricht, bekkenkinesie en
       functie van de bekkenbodem
    o Wat zijn de gevolgen van arthromyogene inhibitie voor lokale en globale motorische
       controle?
    o Welke invloed hebben gewrichtsdisfuncties op lokale en globale motorische controle? 
     
  • PhysioNovo biedt het verwerven van praktische vaardigheden voor motorische diagnostiek en therapie:
    o Hoe behandel ik diepe lumbale rugpijn, ook als tegelijkertijd een disfunctie van het heupgewricht is vastgesteld?
    o Hoe behandel ik cervicale en thoracale rugpijn zelfs als er ook een disfunctie van het schoudergewricht is vastgesteld? 
    o Hoe diagnosticeer ik scapuladyskinesie? En bekkendyskinesie? En hoe behandel ik die?
    o Op basis van welke parameters beoordeel ik het gang-, loop- of springpatroon?
    o Hoe kan ik het loop-, wandel- of springpatroon veranderen (ook bij sport), rekening houdend met de grondbeginselen van motorisch leren (cognitieve training)?
    o Hoe voer ik krachttraining uit (met/zonder apparatuur) die rekening houdt met de belastbaarheid van gewrichten, gebruikmakend van het principe van krachtkoppels? Spelen de verschillende bewegingsrichtingen een rol? Zo ja, welke? 
    o Hoe pas ik het concept toe bij vroege posttraumatische en postoperatieve revalidatie? En bij patiënten met rugpijn tijdens en na de zwangerschap? En bij patiënten met scoliose?
    o Interactief karakter: toepassing van het concept op de door de deelnemers ingebrachte oefenstof.
    o Meer dan 50 video's illustreren de praktische inhoud van het concept. 
     
  • Na afloop van de cursus beschikken de deelnemers over theoretische kennis en praktisch handelen om aspecifieke rugpijn aannemelijk te verklaren en effectief te behandelen. Zij zijn in staat een zeer specifieke bewegingstherapie toe te passen in de behandeling, die zich richt op de verschillende biomechanische eigenschappen van de verschillende bewegingsrichtingen van heup en schouder in combinatie met een gerichte houdingscorrectie van de WS.

© Paul Geraedts, april 2023.